Inleiding
Inhoud
Een goede pizza begint bij de bodem, waren de wijze woorden die Mario ooit sprak. Met de wijsheid van Mario in gedachten hebben we zes platenspelers getest in de prijsklasse van 200 tot 550 euro; een populaire prijscategorie voor wie het wel eens wil proberen, dat vinyl. We zijn heel benieuwd hoe deze modellen het gaan doen in de multitest want er zitten een paar solide merken tussen: Rega, Pro-Ject, Pioneer.
We hebben platenspelers getest die in een conventionele audio-installatie passen, oftewel bron >> versterker >> luidsprekers. Er zijn voor pakweg 200 euro ook platenspelers te koop met ingebouwde luidsprekers, in een kofferformaat of als kek retro-kastje. Deze zien er best geinig uit maar klankmatig stellen deze weinig voor. Vaak is het gebruikte element ook van matige kwaliteit waardoor uw platen snel zullen gaan slijten. Als u in vinyl meer ziet dan een geinig gadget, lees dan verder want voor hetzelfde geld of iets meer zijn er al serieuze alternatieven te krijgen.
Plaatpraat
Voordat we de zes geteste spelers behandelen, willen we kort een aantal aandachtspunten met u doorlopen zodat u enigszins thuisraakt in de wereld van vinyl.
Analoge en digitale masters
Toen de compact disc werd geïntroduceerd in 1982 waren de meeste opnames nog niet digitaal. CD’s werden in die tijd voorzien van de codes AAD, ADD en DDD waarmee de opname dan wel master analoog of digitaal werd gelabeld. Deze digitale (re)masters zijn ook de versies die op streamingplatforms staan. Bij vinyl-uitgaves is het proces weer andersom. Nieuwe albums worden digitaal opgenomen en gemasterd. Voor een moderne vinyl-uitgave wordt er een aparte vinylmaster gemaakt die vaak ook echt anders klinkt. We hebben “25” van Adele wel eens naast elkaar beluisterd en de digitale versie verschilt nogal met de versie op plaat. Dat is ook logisch want het dynamisch bereik van een digitale opname is veel groter dan dat van een plaat. Een vinyl master moet deze beperkingen oplossen.
Om die redenen klinkt vinyl doorgaans beter wanneer u oude analoge opnames afspeelt. De engineers in de studio waren gewend om te gaan met de beperkingen van vinyl en soms spat het vakmanschap er letterlijk van af. Een analoge master die in het digitale tijdperk is gemaakt (en waardoor het dynamisch bereik veel hoger is dan bij analoog) en daarna weer is omgezet naar een analoge master voor de vinyl heruitgave klinkt meestal echt minder. Vooral als het dynamisch bereik liefdeloos (lees : geautomatiseerd) is teruggebracht, hoor je dat meteen terug. Het is een soort autotune maar dan dynamiek en timing. Het mooie van platen is dat u op grond van het serienummer van de uitgave en het nummer dat rond het label van de plaat is gegraveerd, kunt nagaan welke uitgave u in handen hebt. Op online platforms als Discogs of Allmusic kunt u meer informatie over de opname en platenpersing terugvinden.
Snaar of direct drive
In deze test hebben we snaaraangedreven (belt drive) en direct drive platenspelers. Snaaraandrijving is al meer dan 100 jaar oud en heeft als voordeel dat de brom van de motor door de snaar wordt gedempt. Nadeel is dat de snaar kan breken of uitrekken en dat de plaat minder snel op toeren is. Niet handig als je snel een dance-track wilt instarten en daarom hebben merken als Technics en Pioneer de Direct Drive platenspeler op de pro- en consumentenmarkt gebracht. De motor is direct verbonden met het plateau en start meteen.
Element, arm en gewicht
Dan de toonarm. Deze moet het element en naald recht in de groef zetten, zo lichtvoetig mogelijk de groef volgen, voldoende naalddruk geven en tegelijkertijd niet zoveel dat de naald en/of de plaat te hard slijt. Bovendien wordt de toonarm steeds steviger naar het midden van de plaat getrokken, waar weer de dwarsdrukcompensatie om de hoek komt kijken. Heel wat tegenstrijdige toonarm-taken dus waar u als beginnende platenliefhebber niet op zit te wachten om dit in te regelen. Want het doet er echt toe hoe de arm is afgesteld. Een te laag gewicht geeft een dunne klank, een te hoog gewicht een dikke logge klank en slijtage. En soms gaat de arm een eigen leven leiden richting het middelpunt. Leuk voor natuurkundeproefjes maar niet als u lekker een plaatje wilt draaien.
Dat klopt, er is geen instelbare antiskating. Maar bij een naalddruk die voldeed aan de specificaties van het element ging de arm ‘wandelen’. Alleen bij een (naar onze mening te hoge) naalddruk bleef de cartridge netjes in de schroef. We hebben van alles geprobeerd maar zonder resultaat. Dat was onze ervaring. Mooi dat het in uw geval makkelijk ging.
Ik vind het vreemd dat het speelklaar maken van de Rega P1 nogal wat tijd vergde, zoal in review beschreven. De P1 is binnen 1 minuut speelklaar! Instellen van naalddruk en anti-scating is helemaal niet nodig (zit er ook niet op om in te stellen). Volgens handleiding: de gewichtring over de achterzijde van de arm schuiven tot die niet meer verder kan, snaar opleggen, plateau bevestigen, stofkap erop, stroom eraan en spelen maar!! Kinderlijk eenvoudig.