Home Hawk Audio D-123 versterker

Hawk Audio D-123 versterker

4

Een betaalbare klasse-D versterker met audiofiele eigenschappen? Dat klinkt als een contradictie in terminus. Toch is dit wat het Belgische Hawk Audio heeft beoogd met de D-123. Deze kleine versterker met apart subwooferkanaal is zowel kant-en-klaar als in vorm van een zelfbouwkit beschikbaar voor de ‘handige Harry’. Alpha Audio is echter met de kant-en-klare versie aan de slag gegaan.

De Hawk Audio D-123 oogt zeker niet als een standaard bouwkit. De afwerking en componentkeuze is uitstekend.

Als we heel eerlijk zijn, zijn we vaak een beetje huiverig als het gaat om klasse-D. Hoewel de techniek wel volwassen aan het worden is, klinkt het vaak nog niet ‘af’. Ja, het is vaak detailrijk. Ja, het is strak in het laag, maar toch mist het vaak finesse en warmte in het midden- en hooggebied. En dat vinden we toch een groot gemis. Zeker bij akoestische stukken.

Bescheiden

In heel veel gevallen gaan fabrikanten bij klasse-D voor zoveel mogelijk vermogen. Dat kan namelijk heel gemakkelijk met klasse-D door het erg hoge rendement. Hawk Audio is zeker niet voor vermogen gegaan. Het subkanaal biedt 25 watt, de twee voorkanalen 12,5 watt elk. Dat klinkt als mager – en laten we eerlijk zijn, het is ook niet veel – maar het is in veel gevallen genoeg. Goed, een Thiel of bijvoorbeeld een grote B&W 801 zal niet draaien op deze versterker, maar bij een normale luidspreker is 12 watt voldoende voor normale volumes zonder vervorming.

Degelijke terminals op de achterzijde. Wel jammer dat er maar twee inputs zijn.

Waar Hawk ook bescheiden is geweest, is bij het aantal ingangen. We zien er twee – op het apparaat bediend – en dat kan te krap zijn. Wij hebben bijvoorbeeld al vijf bronnen in ons dagelijkse systeem: een b-DAC d/a-converter (voor de htpc PS3 en Squeezebox), een tv, een digitale settopbox, de TEAC cd-speler met vM DA333, en een aparte geluidskaart in de htpc. Kortom: we missen drie inputs om het systeem volledig in gebruik te nemen. Er zijn natuurlijk oplossingen, maar we hadden graag gezien dat er nog één of twee extra inputs waren.
De terminals achterop zijn overigens wel van uitstekende kwaliteit. De luidsprekeraansluitingen voelen stevig, net als de cinch-ingangen. Een zeer goede keuze van Hawk Audio dus.

Afwijkende maat
De behuizing waarin alle elektronica verstopt zit, voelt stevig. De delen sluiten goed op elkaar aan, zodat er geen kieren zichtbaar zijn. De kleurstelling is netjes, maar mag wellicht wat frivoler. Echter, dit is natuurlijk een kwestie van smaak. Toch moeten duidelijk benadrukken: het geheel oogt zeker niet als een standaard zelfbouwkit. Behalve

De binnenzijde van de D-123. De drie delen zijn goed te onderscheiden: voeding, voorversterker en eindversterker. Bij de sub is de Texax Instruments klasse-d chip gebridged.

het grote, groene ledje op het front: dat verraadt de afkomst een beetje… een detail!
De behuizing heeft wel een afwijkende maat. Het is een soort 2/3 van de din-maat. Het kan een punt zijn om op te letten voor wie een hifi-rek heeft dat gericht is op din-maten. In ons geval maakt het niet heel veel uit.

Een klasse-d luchtje
We sluiten de Hawk Audio D-123 via de Van Medevoort Q-luidsprekerkabels aan op onze Lentus Audio Duo’s. Als bron zetten we de TEAC vrds-10 met vM DA333 dac in (Tentlink). Nog steeds de mooiste bron in ons systeem. We selecteren een aantal cd’s die we goed kennen: April van Blof, In Rainbows van Radiohead, Sky at Night van I am Kloot en LSD van Enigma voor wat krachtige up-tempo muziek. Het zijn stuk voor stuk prachtige opnames die soms een vleugje warmte bevatten.

De klasse-d chip van TI: de TPA3123. 25 watt stereovermogen in 4 Ohm. Het lijkt heel weinig, maar feit is: het is in veel gevallen genoeg voor een gemiddelde luidspreker.

We moeten het Hawk Audio nageven: voor een klasse-D versterker is de D-123 erg goed. Hij is zeker niet kil of overanalytisch. Sterker nog: het is één van de prettigere klasse-D versterkers die we kennen. Toch horen we klasse-D spelen. Het laag is strak en prima gedefinieerd, maar het midden mag naar ons idee wat warmer. Het is zonder meer schoon en we horen elk detail, zelfs finesse, wat vrij uniek is voor een klasse-d versterker. Maar het is soms wat té strak en té gedefinieerd. Het is vooral hoorbaar bij high-hats die wat prominent weergegeven worden. Wellicht is dit ook een nadeel van een bandtweeter (de Duo heeft bandtweeters), maar bij onze MA350 hebben we hier helemaal geen last van. Kortom: het kán wel goed.

Luchtigheid
Wat we knap vinden aan de D-123, is dat het laat horen dat versterkers met gigantisch veel vermogen helemaal niet nodig zijn. We horen nooit vervorming of compressie omdat de versterker op zijn tenen moet lopen. De D-123 speelt altijd opgewekt met veel dynamiek en lucht. En hier komen we bij een opvallende eigenschap van deze kleine versterker: plaatsing en lucht.

De voltageregeling: simpel en functioneel.

Al vanaf het eerste nummer valt ons op dat de D-123 het beeld mooi groots neerzet. De Lentussen vallen mooi weg als een nummer inzet. Het geluidsbeeld strekt mooi van links naar rechts en vocalen zet de Hawk prachtig op hun plek. Wellicht ietsje groter dan we gewend zijn, maar dat kan wel lekker zijn. Zeker bij goedkopere luidsprekers die doorgaans minder strak plaatsen en wat plat weergeven.

Conclusie
De Hawk Audio D-123 heeft een aantal opvallende krachten: de beeldvorming is uitzonderlijk goed voor een product in deze prijsklasse. Waarschijnlijk is dat te danken aan de no-nonsense aanpak die ertoe heeft geleid dat er degelijk componenten in het apparaat zitten, in plaats van dat je ‘opgezadeld’ wordt met een superstrakke, geborsteld aluminium behuizing die niets toevoegt aan de klank, maar wel de prijs. Ook vinden wij de klank voor een klasse-d versterker goed. Toch horen we het nog wel terug in een iets dunner, analytisch middengebied. Ook vinden we twee inputs wat aan de karige kant… Vier ingangen zou erg prettig zijn, zeker met het huidige arsenaal aan bronnen. Wie zelf handig is, kan voor zeer weinig geld echter een prachtige versterker in huis halen: de D-123 kost namelijk maar ?470 euro voor wie hem zelf monteert. De prijs voor een kant-en -klaar model kunt u bij Hawk Audio opvragen.

4 REACTIES

  1. Wat we bedoelen met ‘no nonsense’ is dat de versterker doet wat hij moet doen: versterken. Steeds meer versterkers hebben allerlei onzinnigheden, zoals 2.0-signalen omzetten naar 5.1, of av-signalen doorlussen. Dat zijn in veel gevallen extra’s waar de consument niet om vraagt of niets aan heeft. En in heel veel gevallen werkt het ook nog matig. Zeker het ‘opwaarderen’ van 2.0 naar 5.1 is iets waar we bij Alpha Audio niet blij mee zijn.
    No-nonsense kan dus ook heel positief zijn en zegt zeker niet dat er matige componenten in het apparaat zitten!

  2. We zijn blij met uw recensie en de algemene strekking daarvan; toch een paar opmerkingen.
    De D-123 is nauwelijks een “no-nonsense” versterker. De toegepaste componenten en printplaten zijn in kwaliteit ruim boven het gemiddelde en dat waarborgt betrouwbaarheid en lange levensduur.
    Klasse-D in combinatie met de door ons toegepaste (prijzige) manier van voeden leidt tot een muzikaler resultaat dan menige alternatieve klasse-D versterker.
    De toggle schakelaar voor de ingangskeuze is bewust gekozen omdat dit type schakelaar veel betrouwbaarder is dan een eenvoudige draaischakelaar.

×