Een serie oudere AV-apparatuur van Sony – denk aan Blu-ray spelers en AV-receivers – verliezen hun toegang tot streamingdienst Amazon Prime Video.
Het is en blijft een probleem: je ziet telkens weer dat fabrikanten er het bijltje bij neergooien als het gaat om ondersteuning van online features voor AV-apparatuur. Soms is dat onvermijdelijk, omdat oudere apparatuur niet meer over de vereiste hardware beschikt om nieuwe ontwikkelingen bij te benen. En vaak is het simpelweg een kwestie van geen budget voor verdere support, consumenten moeten maar gewoon iets nieuws kopen. Wat de reden van Sony is om te stoppen met ondersteuning voor Amazon Prime Video op een serie oudere apparaten is niet duidelijk. Wel geldt dat het om apparaten met een leeftijd van tussen de zes en negen jaar oud gaat. Voor veel mensen is dat natuurlijk helemaal niet oud; waarom zou je iets weggooien wat goed functioneert? Credits overigens voor Sony: ze hebben de benadeelde klanten een mail met een voucher gestuurd. Deze geeft – zo lezen we op Whathifi.com – een korting van £10 op de Fire TV Stick van Amazon, die kost met de kortingsactie dan nog slechts £10. En zo kunt u dan voor een bescheiden bedrag gewoon verder kijken.
Modulair is de sleutel
Jammer is het wel om steeds weer te zien dat apparatuur een economisch kortere levensduur krijgt vanwege ontbrekende of niet meer mogelijk zijnde software-updates. Notoire voorbeelden zijn natuurlijk de smart tv’s. Telkens weer zie je daar dat een fabrikant er na hooguit een paar jaar interesse in verliest en het ding geen enkele update meer krijgt. Waardoor bijvoorbeeld streaming-apps uiteindelijk ook het loodje leggen omdat het besturingssysteem van de tv te oud wordt. Samsung heeft nog een tijdje televisies met upgradable digitale modules uitgebracht, maar heel veel hoor je daar ook niet meer van. Toch is het feitelijk de enige oplossing om apparatuur bij de tijd te houden. Diverse fabrikanten van high-end apparatuur zien dat ook in en zetten daarom dergelijke upgradebare modules in. Een verademing, waardoor ook nog eens een hele hoop spullen een langer leven is beschoren. Da’s niet alleen goed voor de portemonnee, maar ook voor het milieu. Fabrikanten worden er in principe ook niet armer van. Ten eerste wordt – als het goed is – nog altijd winst op de modules gemaakt; tegelijkertijd wordt een hoop goodwill gekweekt onder klanten waardoor die sneller geneigd zijn wederom apparatuur van zo’n merk te kopen. Een heel andere oplossing is – zeker voor tv’s – simpelweg een extern ‘slim kastje’ als bijvoorbeeld een Apple TV of Android settop-box in te zetten. Zo houdt u alles zelf in de hand.
Laat eens weten of u zelf ooit al apparatuur hebt moeten afschrijven vanwege achtergebleven software, dat kan in de comments bij dit artikel!
ik heb een yamaha cx- a5100, die geen upgrade gekregen heeft voor DTS virtual X noch voor AI(artificial intelligence).
Ik heb geen last van uitgefaseerde apparaten. Met een Mac mini uit 2010 heb ik nog nooit afscheid hoeven nemen van diensten die ik gebruik.
ik heb het er helemaal mee gehad.
ik ben weer terug gegaan naar dat vintage apparatuur veel mooier
Nou, nou… elk medium heeft voor- en nadelen. Analoog heeft véél minder mogelijkheden. Daar is upgraden niet eens mogelijk. Digitaal moet worden onderhouden door fabrikanten. Als die hun achterban in de steek laten, moet je niet naar het apparaat kijken, maar naar de fabrikant.
ik heb het gehad met een panasonic blue-ray speler er waren naar verloop geen updats meer. ik word er ziek van dat digitaal.