De sound
Inhoud
De Definitive Technology Demand D11 heeft naar onze mening net de typische Amerikaanse, populaire sound. Het is rijk en vol? Ja… maar ook verrassend open en snel. En hoewel het laag aanwezig is, is het niet overdreven of overstemd.
Lekker soepel
We kunnen er even geen andere woorden voor verzinnen, maar de Demand komt op ons vooral heel soepel over. En mede daardoor is het zo’n lekker speakertje om naar te luisteren. Het hoog is vrij van korrel, het midden zet prima stemmen neer – al is de ATC wel wat opener in dat gebied – en het laag vult onze werkruimte zonder problemen en met voldoende definitie.
We merken trouwens dat de Bryston wel deze monitor beter onder controle heeft dan de Dion. Dat komt ongetwijfeld door de 135 watt in plaats van 60 watt in 4 Ohm die onze SD60 van Dion Audio kan leveren. Deze controle is vooral in het laag goed hoorbaar. De passieve radiator zorgt er dus wel voor dat een versterker goed grip moet kunnen houden op de speaker. Als dat eenmaal lukt, dan wordt u getrakteerd op een mooi rond laag met voldoende definitie.
Als we onze playlist erbij pakken met wat bizar drum ‘n bass, electronic soundscaping en natuurlijk ook wat vocaal, akoestisch en rockwerk, horen we dat de D11 weliswaar een allrouder is, maar wel extra opleeft bij electronsiche muziek. Het Drum ‘n Bass Trio Noisia spettert en bonkt fantastisch… Het laag is met name op de Bryston superstrak. Matt Lange met Testarossa zet weer een enorm stereobeeld neer. Wie kijkt naar het formaat van de speaker, kan bijna niet geloven dat dit eruit komt. Echt knap. ATC kan dit echt niet… Maarrr….
Gaan we naar Adele, Steven Wilson en Aafke Romeijn dan horen we ten opzichte van de ATC een iets gedrukt middengebied. En hoewel het subtiel is, horen we het wel en prefereren we het middengebied van de ATC. Maar ja: de ATC SCM7 kan dus soms warmte missen. Zeker bij electronische tracks zoals eerder genoemd. Maar dit is geen duo-test. Dus we gaan terug naar de Definitive Technology D11.