We kennen Dion Audio al een tijdje. En keer op keer worden we verrast door de degelijke spullen die Miquel Blauw aflevert. Nu is het tijd om eens wat grof geschut te testen: de AA100. Nee… het is niet die club waar we de naam niet van hoeven te noemen. Het gaat om een reference klasse A eindversterker. Met tot zo’n twee keer 100 watt pure klasse A. Jummie!
Een grote zwarte, dikke kast met wat koelgaten komt de trap op van onze luisterruimte. We schatten het gewicht op iets meer dan 40 KG. Het gros van het gewicht komt uit de twee gigantische ringkernvoedingen. “Custom made en zo’n 500 VA elk”, zegt Miquel droog. “Ze moeten namelijk wel flink wat stroom kunnen leveren zonder te gaan brommen”. Ja: dat hoort bij referentieklasse.
Interne BTL
Als we de kap eraf halen, zien we dat het geheel compleet symmetrisch is opgebouwd. Links en recht zijn helemaal identiek. Elk kanaal heeft eigenlijk twee mono-delen die in bridge staan. Ja, het is een stereo-versterker met een interne BTL-opzet; een Bridge Tied Load. Daardoor kan je veel vermogen opwekken. Punt is wel dat je moet opletten met de impedantie van de speaker. Onder vier ohm lijkt ons niet handig.
Elk kanaal heeft dus niet alleen zijn eigen transisors, maar ook een eigen voeding, filtering, afvlakking, input, etc. En elk kanaal is uiteraard gebalanceerd opgebouwd. Zo weet je zeker dat er geen storing overblijft als het signaal naar de luidsprekers gaat. Uiteraard is het geheel ook voorzien van gebalanceerde ingangen. Anders zou je niet zoveel aan deze opzet hebben.
Honderd watt…
Het voordeel van klasse A is dat het ongelooflijk puur vermogen is. Er is geen greintje hardheid bij een goede klasse A versterker. Dat hebben we al ervaren bij de Pass Labs XA30.5. Echt een prachtige eindtrap. Die had 30 watt puur vermogen. Deze Dion Audio heeft tot zo’n 100 watt puur vermogen. (De specificaties zeggen 2 x 75 watt, maar 100 is geen probleem door de gigantische voedingen en overgedimensioneerde transistors). Elk kanaal heeft zijn eigen 500 VA transformator. Kortom: het piekvermogen ligt nog veel hoger dan 100 watt. Een prettig idee natuurlijk, want niemand bij een lastige luidspreker vermogen te kort komen.
Het nadeel van klasse A is dat het warm wordt… heel warm. Dat ligt natuurlijk aan het vermogen dat u kwijt bent door deze schakeling. We meten zo’n 300 watt als we niets spelen. En als we wel gaan spelen meten we: 300 watt. Dat vermogen dat we over hebben gaat in warmte de lucht in. En dat zorgt voor een heerlijke kachel van zo’n 65 graden. Kortom: iets om rekening mee te houden als u de versterker gaat plaatsen. Niet wegproppen in een kastje dus.
De set-up
We koppelen de Dion Audio AA100 aan een NAD M12. Deze M12 is voorzien van een BluOS-module. Tevens hebben we een BlueSound Node en een M51 die via USB met een laptop gekoppeld is. Zo kunnen we meerdere set-ups proberen. We weten van de M12 dat hij zeer neutraal en open speelt, dus we zijn bijzonder benieuwd hoe het combineert met de AA100 van Dion Audio. De Dion mag een setje Bowers & Wilkins 804D aansturen. Niet de gemakkelijkste speaker. Kabels komen bij AudioQuest vandaan: Rocket 88 voor de luidsprekers, NRG1000 voor de stroomtoevoer en Mackenzie tussen de apparaten. We hebben ook Art Speak gebruikt voor de gebalanceerde koppeling tussen de M12 en de AA100. Als stroomblok gebruiken we een PowerStrip 8 Plus van Kemp.
We komen er al snel achter dat dit Hollandse Powerhouse er geen enkel probleem mee heeft. De Bowers zingen er heerlijk op los. Zowel Diana Krall komt in volle glorie de ruimte in, als Yello, Tool, Rage Against The Machine, Air, et cetera.
Schoon… en snel
Wat na een tijd luisteren opvalt, is de souplesse waarmee deze Dion Audio te werk gaat. Het vermogen komt zo schoon en snel los, dat we totaal niet het idee hebben dat er een versterker in de keten staat. Het geluid – de muziek – is er gewoon. Dat hebben we ook sterk gehad met de Pass Labs, maar die kwam op een gegeven moment wel vermogen te kort. Zeker op de Bryston-speakers. Deze Dion Audio heeft daar geen last van. Niet gek: hij levert ook veel meer vermogen. En tijdens deze test merken we dat het wel prettig is wat achter de hand te hebben. Zeker bij lastigere luidsprekers.
We merken het met name bij ruiger, sneller en dynamischer werk. Bij de Dion Audio voelen we de bass-kick echt in de buik. Bij de Pass was het wat gemoedelijker… softer. Maar dat willen we niet bij rock. Dat moet beuken… Toch?
Beeldvorming
We zouden bijna de beeldvorming vergeten. Tevens een kracht van deze versterker. Het speelt zonder twijfel groots. Groter dan de klasse-D en klasse A/B-versterkers van Dion Audio. Het is ook losser en wat meer de kamer in. Niet zozeer de diepte. Een punt wat wij juist prettig vinden. Meer de kamer in betrekt je bij de muziek. De diepte in geeft meer afstand naar onze mening.
Als we schakelen tussen de AA100 en de klasse D horen we het verschil in weergave heel duidelijk. Hoewel de klasse D eindversterkers heel goed zijn, mist het toch verfijning en ‘grootsheid’ in vergelijking met de AA100. Dat moet ook, want de AA100 is het paradepaardje en er hangt dan ook een veel hoger prijskaartje aan.
Overigens vinden we de prijs heel redelijk: ?5999 voor een referentieproduct op dit niveau is gewoon een koopje. Bij mening high-end merk koopt u een middenklasser of een instapper. Kortom: heel netjes!