In de moderne maatschappij met talloze laptops, telefoons, platte tv’s en natuurlijk LED-verlichting en zonnepanelen, zien we meer en meer vervuiling op het lichtnet. Dat is voor heel veel mensen geen enkel probleem. Maar wél voor liefhebbers van de beter audio-apparatuur. Waarom? Simpel: uw systeem kan minder goed gaan presteren. Gelukkig zijn er oplossingen in de vorm van losse voedingen én power conditioners.
Energie moduleren
Als we héél simpel moeten uitleggen wat een hifisysteem doet, is het energie moduleren. Een versterker pakt energie ‘uit de muur’ en zet die energie om naar de spanningen en frequenties die corresponderen met de muziek. Deze energie pompt een versterker naar een speaker die het omzet in drukverschillen in de kamer. That’s it.
Voor elk apparaat geldt dit in meer of mindere mate. Ook voor digitale apparaten. Immers: ook die gebruiken energie ‘uit de muur’ om uiteindelijk energie uit te sturen waar bijvoorbeeld een voorversterker iets mee kan.
Dus kort gezegd: een hifisysteem moduleert energie. En hoe schoner die energie, hoe beter het zijn werk kan doen.
dB’s? Wat zegt dat?
Voordat we beginnen, moeten we iets zeggen over metingen. U ziet in veel grafieken dB’s staan. Dat kan verwarrend zijn. Heel eenvoudig gezegd zegt het aantal dB’s iets over de signaalsterkte.
Dat kan dus bij luidsprekers trilling zijn (1000 Hz met 86dB geluidsdruk bijvoorbeeld), maar bij een meting van ruis kan het 10 kHz zijn bij -75dBm ten opzichte van 0dB. Het is belangrijk te beseffen dat bij metingen 0dB vaak de maximale waarde is!
Ziet u de ‘m’ staan achter dB? Dat staat voor milli, wat weer refereert aan milliwatt. Zo bestaat er ook dBu. Dit wordt gebruikt om voltage te meten, losstaand van de impedantie. Bij de metingen van de Prism ziet u die nog weleens terug. Tenslotte ziet u ook nog weleens dBuV terug (microvolt).
Instellingen van meetapparatuur
Nu moet u wél weten dat de uitslag van een meting ontzettend afhankelijk is van de instellingen. Ongeacht het apparaat. Bij een spectrum analyzer zijn metingen zéér afhankelijk van de zogenaamde BW – BandWidth – instelling. Die analyse-bandbreedte zegt iets over de grootte van de ‘sample’ die een analyzer maakt.
U moet begrijpen dat een spectrum analyzer niet in één keer het hele spectrum ziet. Hij loopt door het spectrum heen; we noemen dat een sweep. Tijdens die sweep, pakt hij stukjes van het spectrum om te analyseren. De grootte – de sample – stel je in met de bandwidth. Hoe kleiner: hoe preciezer.
We kunnen de bandwidth op 10.000 Hz zetten, maar ook op 1 Hz of 10 Hz. Deze bandwidth maakt de meting dus preciezer én verlaagt daarmee ook schijnbaar – indirect – de ruisvloer, omdat je dieper in het signaal gaat meten. Natuurlijk gaat de ruisvloer van het apparaat niet omlaag, maar op de analyzer lijkt dit wel zo. Wees daarvan bewust.
Waarom zetten we de analyzer dan niet altijd op 1 Hz? Heel simpel: dat kost te veel tijd. We meten vaak tussen 9 kHz en 1 Mhz bij voedingen en filters. Dat is een behoorlijk spectrum om te analyseren. Met een ‘precisie’ van 1 Hz, kost één sweep krankzinnig veel tijd. Misschien wel 20 minuten of meer. Daarom zetten we hem op 100 Hz (op het bovenstaande voorbeeld is de BW 1000 Hz en ziet u ziet de sweep time bij SWT, linksonderin. Dus ongeveer 10 seconden). 100 Hz BW bij 1 MHz spectrum is nauwkeurig genoeg én verlaagt de sweeptijd naar ongeveer 10 seconden. Door een paar sweeps te middelen krijgen we een keurige lijn te zien.
Indirect geldt het bovenstaande ook voor FFT’s – Fast Fourier Transform; een methode om signalen om te rekenen van bijvoorbeeld het tijdsdomein naar frequentiedomein – bij de Prism dScope. Door de FFT-waarde te verhogen – bijvoorbeeld van 32.000 naar 128.000 – gaan we dieper het signaal in. Daardoor kan de ruisvloer lager lijken, al is dat niet echt zo. Let dus héél goed op de instellingen!
Wij maken altijd hele screenshots van het scherm, zodat u de instellingen kunt zien.
In de volgende paragrafen hebben we beschreven hoe we power conditioners en voedingen doormeten. En hoe u de metingen kunt lezen en interpreteren.